Er is niets aan de hand en ik voel me nog fit,
want ik ben zo gezond als maar mogelijk is.
’t Is alleen dat ik wat jicht in mijn knieën krijg,
en het praten gaat soms met een pieperig gehijg.
Mijn pols is wat zwak en wat dun is mijn bloed,
maar ik ben voor mijn leeftijd nog vreselijk goed.
Die steunzolen onder mijn voeten dat gaat,
anders zou ik niet best kunnen lopen op straat.
Soms wordt me de slaap nachtenlang niet gegund,
maar ik merk dat je ook wel eens zonder kunt.
Denk niet dat ik daar in zorg over zit,
want ik ben voor mijn leeftijd nog werkelijk fit.
Ze zeggen dat je de oude dag
als de “Gouden Leeftijd” beschouwen mag.
Maar af en toe twijfel ik daar toch wel aan
als ik ’s avonds weer moe naar bed ben gegaan.
Met mijn oren in ’n la en mijn tanden in een glas
en mijn ogen op de tafel, als ik uitgelezen was.
En voordat ik inslaap bedenk ik me dan,
zit er nog iets los wat ik wegleggen kan?
Terwijl het met mij zo slecht nog niet zit,
want ik ben voor mijn leeftijd nog tamelijk fit.
Elke morgen stof ik mijn hersens wat af,
en ben blij met de dag die God me weer gaf.
Dan haal ik de krant en lees na mijn bad,
de overlijdensberichten in het ochtendblad.
Als ik er niet bij sta weet ik dat ik nog leef,
en het was de bedoeling dat ik nog wat bleef.
Ik geloof dat er toch wel iets heilzaams in zit,
want ik ben voor mijn leeftijd redelijk fit.
Wat is van dit alles tot slot de moraal
dat er te leren valt uit dit goedmoedig verhaal.
Voor elk die het ouder-zijn glimlachend draagt
als een ander weer eens “Hoe maak je het” vraagt.
Is het beter te zeggen dat het goed met je gaat,
dan die lui te vertellen hoe het echt met je staat
Copyright 2013-2021 Ora et Labora | Website door Logo4Life